skip to Main Content
Alphenaer is het merk van:

Geitenhouderij De Mekkerhoek: één grote familie

“Geiten kunnen tellen denk ik.” vertelt Kurt terwijl hij door de melkput loopt. “Soms staat er een geit achteraan te wachten en met melken staat ze dan ineens op haar vaste plek. Je kunt ze van alles aanleren, maar als ze het eenmaal verkeerd hebben geleerd, krijg je het er niet meer uit. Daarom besteden we veel tijd aan het goed en rustig aanleren van de routine in de stal. Daar hebben de geiten en wij veel voordeel van.”

De geiten lopen rustig het smalle paatje in en kiezen ieder hun favoriete melkpoortje dicht naast elkaar. Ze wachten geduldig terwijl ze gemolken worden, al zijn ze niet helemaal gerust op onze aanwezigheid. Kurt loopt fluitend zijn routine af en spreekt de geiten rustig toe. Je ziet dat ze hem goed kennen en vertrouwen. Dan gaat de deur van de melkstal open en steken de dochters van Kurt en Liesje hun koppies om de hoek. Klaar voor school met de rugzak al op krijgen ze, tussen het melken door, een knuffel en kus van papa en mama.

Verbreden in plaats van groeien

“Het draait hier zeker niet alleen om de geiten.” Vertelt Kurt. “Ooit was er de wens om groter en groter te groeien, maar door omstandigheden en een heel moeilijke periode die we hebben moeten doorstaan, hebben we besloten dat de huidige stal groot genoeg is. We hebben het bedrijf samen opgepakt en dat heeft ons sterker gemaakt.”

Kurt en Liesje combineren de zelf ontworpen stal en routine met het gezin. De balans tussen werk, gezin en betrokken zijn in de regio staat daarin voorop.

Kurt: “Transparantie en open laten zien hoe onze geitenhouderij werkt en wat we doen vinden we belangrijk, zeker nu.” “We willen graag betrokken zijn in de regio door onze Hoevewinkel De Mekkerhoek” vult Liesje aan. “We verkopen er geitenkaas en geitenyoghurt, maar bieden ook aspergers, appels, peren, aardbeien, aardappels, friet en zelfs vlees uit de regio aan. Daarnaast willen we de geitenhouderij promoten. We denken hierbij aan het organiseren van rondleidingen, een vakantiewoning en een zaaltje waar groepen terecht kunnen.”

Kurt: “We verbreden ons aanbod liever dan dat we groter groeien. Zowel voor de omgeving als voor het milieu is groeien geen wens meer. De maatschappelijke druk rondom ziektes, milieu, uitstoot en het beeld is de laatste tijd flink veranderd. Het kunnen behappen van ons bedrijf met 2 tot 3 mensen vinden we veel belangrijker.”

De keuze om de geitenmelk bij DeJong Cheese tot streekproducten van Alphenaer en bijzondere geitenkaas specialiteiten te laten maken, is ook heel bewust genomen. “Onze melk wordt verwerkt tot een mooi en bijzonder product, niet tot een massaproduct zoals melkpoeder. Dat geeft onze melk meerwaarde en ons een goed gevoel en dat past bij ons.” Aldus Kurt.

Hoe het begon

Liesje werkte in de verpleging en kinderopvang, ze vond koeien maar niets en Kurt had het erg druk met zijn grondverzetbedrijf. Een geitenhouderij leek hen beide wel wat, maar was eind jaren ’90 niet echt in trek en er was geen vraag naar geitenmelk. Maar opgegroeid in een gemengd vee bedrijf (koeien en varkens), kruipt het bloed toch waar het niet gaan kan. Zowel Kurt als Liesje wilde graag met dieren werken, de vraag naar geitenmelk in de markt steeg en als ze iets doen dan doen ze het goed: het besluit was genomen.

Liesje stopte met werken in de zorg, binnen 3 weken was het grondverzet bedrijf verkocht en huurden ze een geitenstal.  Ze bezochten veel studiedagen, deden ideeën op en ondervonden in de huurstal wat wel en niet werkt. In 2017 startten ze, op de grond van Liesjes ouders, hun eigen, compleet nieuwe en zelf ontworpen geitenhouderij op. Nadat de bank en de vergunning rond waren, werd 8 maanden later de eerste geit al gemolken.

In 2020 is de lammetjesstal, de Hoevewinkel “De Mekkerhoek” en het woonhuis gebouwd. Kurt: “Doordat nu alles op één adres samenkomt, is het veel makkelijker. De kinderen kunnen binnen lopen, helpen geregeld mee en als het nodig is, kunnen we ’s avonds of ’s morgens vroeg gemakkelijk naar de stallen. Met de geboorte van 500 lammeetjes in 3 maanden tijd, is dat echt een voordeel.”

Ieder zijn eigen stal

Zeker in het lammerseizoen is de lammerstal het domein van Liesje, zo voorkomen ze besmetting van de ene naar de andere stal. In de melktaxi, een enorme, rijdende, stalen waterkoker, wordt melk aangemaakt en krijgen de lammetjes via goten twee keer per dag hun melk. Ongeveer een halve tot driekwart liter melk per lam per keer. Na twee weken beginnen de lammetjes al aan het krachtvoer te knabbelen en langzaam krijgen ze meer brokjes en minder melk. Het is bewonderingswaardig en heel leuk om te zien hoe dit te werk gaat. Je leest het in het blog Melk drink je uit een dakgoot.

De bokjes krijgen meer en geconcentreerdere melk en ook onbeperkt voer in hun stal. Ze staan apart van de lammetjes omdat ze ander voer krijgen, maar ook omdat het er ruiger aan toe gaat dan bij de lammetjes. Ze bokken en beuken elkaar aan de kant en groeien veel sneller.

De lammetjes en bokjes worden op de geitenhouderij zelf groot gebracht. De lammetjes, ook wel Miekes (meisjes) genoemd, blijven op de boerderij en worden de nieuwe generatie melkgieten. De bokjes worden grootgebracht tot ze zo’n 9 kilo wegen en worden dan opgehaald voor de vleesproductie.

Bokjes horen er ook bij

Al 7 jaar werken Kurt en Liesje met dezelfde slager in het slachthuis van Antwerpen. Doordat de bokjes op de boerderij opgroeien, weinig stress ervaren en goede voeding krijgen, is de gezondheid en daarmee de kwaliteit van het bokkenvlees hoog. Helaas is de prijs en populariteit ervan nog niet wat het zou moeten zijn. Dat maakt het opfokken van bokjes op de boerderij geen vetpot en kiezen niet alle geitenhouderijen hiervoor. Kurt en Liesje wel: “De bokjes horen er ook gewoon bij. Bijna de helft van de dieren die hier geboren wordt zijn bokjes, dat kun je niet zomaar negeren. Het is fijn om te zien en te weten dat onze bokjes goed opgefokt zijn.”

Hoe het precies werkt en waarom het lastig is om de bokje op de boerderij op te fokken lees je in het blog De natuur werkt niet altijd mee.

Onze geiten hebben namen

In de stal staan 4 groepen geiten ingedeeld op leeftijd. De eerste groep zijn jonge geiten. Zij hebben dit voorjaar haar eerste lammetje gehad en worden pas net gemolken. De tweede en derde groep zijn geiten zijn ongeveer 3 jaar oud en geven het meeste melk. In de vierde groep staan geiten van verschillende oudere leeftijden. Deze geiten geven niet heel veel melk meer, maar doen nog zeker mee. Sommige geiten in deze groep zijn al wel 10 jaar oud en hebben, vooral bij de kinderen, een streepje voor. Een kleine groep van ongeveer 10 geiten zoeken de kinderen altijd op en hebben namen gekregen. Kurt en Liesje moeten toch even twee keer kijken om het zeker te weten. “Dat is Miranda en dan hebben we nog Mimi, Roosje….” Ook een aantal dekbokken hebben namen gekregen zoals Dirk en Bart. Bobby en Max zijn de bofkonten van de groep, zij moesten eigenlijk met de bokjes mee naar de slager, maar daar staken de kinderen een stokje voor. Omdat ze niet alle bokjes konden houden, mocht ieder er één uitkiezen en zijn deze twee gecastreerd en op de boerderij gebleven. Ze lopen achter de meiden aan en hebben een speciale band met elkaar.

Eigen(wijs) en duurzaam ontwerp van de stal

De stal, de routine en de manier van werken, is een eigen ontwerp van Kurt. Hij heeft de stal zelf getekend in samen werking met de stallenbouwer. Het grootste gedeelte van de afwerking van de stal heeft hij ook zelf gemaakt. Slim, ruim en logisch werken op een zo duurzaam mogelijke manier was het uitgangspunt.

Het totale ontwerp bestaat uit twee potstallen met rechts en links een groep geiten. In het midden een breed pad om te voeren en dagelijks stro op te strooien. Centraal tussen de twee stallen bevindt zicht de melkput, technische ruimtes, opslag en diverse andere ruimtes.

In de melkput is plek voor 84 geiten tegelijk en wordt groep voor groep gemolken. Per uur zijn dat er zo’n 350 en in totaal komen er twee keer per dag 1150 geiten langs. Gelukkig gaat het melken grotendeels automatisch en weten de geiten precies hoe het werkt.

Goed klimaat, gezonde geiten

Doordat ze met een volledig nieuwe groep geiten op de nieuwe locatie zijn begonnen, zijn ze dubbel ziekt vrij. Dat wil zeggen dat er geen ziektes in de stal heersen of van buitenaf erin komen, maar ook dat er geen antibiotica of andere middelen gebruikt hoeven te worden. Ofwel, een super gezonde geitenstal!

De leefomgeving speelt een grote rol in de gezondheid van de geiten. Doordat de stal zo is gebouwd dat deze automatisch de lucht ververst en de temperatuur regelt, is het klimaat voor de geiten ideaal. Op het dak bevindt zich een weerstation dat dit alles in de gaten houdt en stuurt. Het LED licht past zich aan aan het lichtniveau in de stal; wordt het buiten donkerder, dan zal het licht feller gaan branden. De stal is overal geïsoleerd en de verwarming en het warmwater wordt opgewekt door pelletkachels en een warmt terugwin systeem in de melktank. Een zonneboiler staat nog hoog op de wensen lijst. Wil je precies weten hoe de stal van Kurt en Liesje werkt? Lees dan het blog Eigen(wijs) stalontwerp.

Het voer wordt 16 keer per dag in kleine hoeveelheden door de automatische voerbutler aangeveegd en aangeboden. De geiten vinden zo steeds iets nieuws en lekkers in het voer. Naast brokjes krijgen ze ook bieten pulp, mais en gras. Het mais en gras verbouwd Kurt ook zelf op verschillende akkers rondom de boerderij. Van zaaien en maaien tot hakselen, hij doet het allemaal zelf. “Zo weet ik precies wat de geiten eten” vertelt hij. “Dat is wel het mooiste van ons beroep. Je moet er natuurlijk wel altijd zijn, maar de vrijheid, verantwoordelijkheid en zelf baas zijn in de stal en op het veld is toch wel het mooiste dat er is.”