skip to Main Content
Alphenaer is het merk van:

Waar blijven de geitenbokjes?

Onlangs verschenen er diverse berichten in de media over de opfok van geitenbokjes en het dierenwelzijn ervan, de helft zou de slacht niet eens halen. Geitenlammetjes worden goed verzorgd en blijven op de boerderij. Zij worden de nieuwe generatie melkgeiten, maar waar blijven de bokjes?

Geitenbokjes horen gewoon bij het bedrijf

“Dat bokjes niet zoveel opleveren als geitjes is een feit, maar dat zegt nog niet dat je ze daarom maar links met laten liggen. Ze horen gewoon bij het bedrijf. In het lammerseizoen worden er net zoveel bokjes als geitjes geboren, als geitenhouder en als mens hoor je daar je verantwoordelijkheid te nemen”, aldus geitenhouder Nick Verstraelen.

De bokjesproblematiek, zoals dit wordt genoemd, is in Nederland en België een steeds belangrijker onderwerp. Op bedrijven waar ze niet zelf opgefokt worden, vertrekken deze bokjes ongeveer een week na de geboorte al naar een opfokker. Daar komen ze vanuit verschillende bedrijven bij elkaar waardoor de ziektedruk stijgt. Door het transport, verandert klimaat en aanpassing aan een nieuwe stal krijgen de bokjes het zwaarder; terwijl het zo veel beter kan door ze als geitenhouder zelf af te mesten op het eigen bedrijf. Het vlees is gezond en heerlijk klaar te maken, maar waarom blijven de bokjes dan niet op de boerderij?

Geitenvlees is niet zo populair in Nederland

Kosten; helaas is dat het enige korte antwoord. Omdat het vlees in Nederland niet zo populair is, is de vraag niet heel groot. Vanuit de overheid en diverse instanties wordt er gelukkig steeds meer actie ondernomen om hier aandacht voor te krijgen. Helaas is het nog steeds relatief duur voor de boer om de bokjes in een (verwarmde) stal, met goede voeding en benodigdheden op te fokken.

Geitenhouder Nick en Daisy uit Merksplas (BE) zijn ervan overtuigd dat dit juist wel de manier is. Bij hen krijgen de bokjes direct na de geboorte ongeveer 10% van hun lichaamsgewicht aan rijke biest aangeboden. Dit is een behoorlijke kostenpost. Krijgen ze deze biest niet, dan krijgen ze onvoldoende afweerstoffen waardoor ze vatbaar worden voor ziektes zoals diarree, long-en gewrichtsontsteking. Wanneer de bokjes de eerste dagen van hun leven ook nog opgehaald worden levert dit veel stress en weerstandvermindering op. Ze eten daardoor de eerste paar dagen nauwelijks, terwijl ze dat juist hard nodig hebben. Bij een opfokker worden diverse groepen bij elkaar gezet en is de kans op onderlinge besmetting of infectie groot. Al deze punten vergroten de kans op ziektes enorm.

Alleen maar verliezers

Wordt een bokje ziek dan moet het behandeld worden met antibiotica en dat maakt het meteen ongeschikt voor de consumptie. Kortom een slecht scenario voor de dieren en hun welzijn, voor de boer en voor de opfokker. Je telt dan alleen maar verliezers.

Goede voeding en geen stress

Door de kleine bokjes niet van de boerderij te verhuizen en direct in een rustige, verwarmde, mechanisch geventileerde eigen stal te zetten, krijgen ze geen stress. Ze eten daardoor meteen goed en groeien ook sneller. Bovendien blijft de groep bokjes binnen de eigen stal en is er geen ziektedruk van buitenaf en geen medicatie nodig.

Bij Nick en Daisy staan de  bokjes in kleine groepjes in schone, warme stallen. Zo staan ze ongeveer 4 weken op de boerderij tot ze zo’n  8 à 10 kg wegen. Daarna worden ze opgehaald voor vleesconsumptie. Nick houdt nauw contact met de slager en informeert altijd of het vlees van goede kwaliteit is en of de dieren goed zijn aangekomen. Zo kan hij bijsturen en de dieren een zo goed mogelijk verzorgen.

Tekst: DeJong Cheese | Fotografie: Isabelle Hattink